U bent hier
We staan sterker als we alle initiatieven bundelen.
In de Kontichse Altenakapel werd maandagavond een nieuw regionaal samenwerkingsverband voor de Antwerpse zuidrand boven de doopvont gehouden: Streekvereniging Zuidrand bundelt de krachten van bestaande initiatieven.
De gemeenten Aartselaar, Borsbeek, Edegem, Hove, Kontich, Lint en Mortsel werken al enkele jaren samen met de provincie Antwerpen om de Antwerpse Zuidrand meer aantrekkingskracht te geven. “Die samenwerking gebeurde tot op heden op verschillende manieren”, zegt provinciaal gedeputeerde voor Toerisme Rik Röttger (sp.a). “Er is het Landschapspark Zuidrand, het project Beleefbare Open Ruimte, het toeristisch project De Zuidrand, Dat Smaakt! en de werking rond cultureel erfgoed van Azura. Vandaag zetten we een nieuwe stap door al die organisaties te verenigen onder de noemer Streekvereniging Zuidrand.” Met een geïntegreerd streekbeleid wil de provincie het streekgevoel en de identiteit van de gemeenten in de Antwerpse zuidrand versterken. “Op die manier kunnen we de beschikbare middelen gaan poolen”, zegt Röttger. “Toeristische facetten zijn momenteel verspreid over verschillende ministers en structuren. Door één structuur te ontwikkelen, behouden we het overzicht en vergroten we de efficiëntie.”
Toeristische capaciteit verhogen
Vertegenwoordigers van de zeven bovengenoemde gemeenten kozen maandagmiddag een nieuw bestuur voor het samenwerkingsproject. Kontichs burgemeester Bart Seldeslachts (N-VA) werd uitgeroepen tot voorzitter en Edegems milieuschepen Goedele Van der Spiegel (Groen) tot ondervoorzitter. “Het is de bedoeling om onze gezamenlijke toeristische capaciteit te verhogen”, zegt Seldeslachts. “De bestaande initiatieven blijven hun huidige werk leveren, maar houden officieel op te bestaan en bundelen hun krachten.” Op die manier hopen de gemeenten meer aanspraak te maken op Vlaamse subsidies en willen ze tijdelijke projectmedewerkers langer aan boord houden. Een eerste gezamenlijk initiatief betreft de oprichting van een Intergemeentelijke Onroerende Erfgoeddienst (IOED). De komende dagen dient de streekvereniging daar een subsidiedossier voor in, waardoor vanaf 2018 extra Vlaamse middelen naar de zuidrand kunnen stromen.
Voorzitter Seldeslachts is alvast overtuigd van het toeristisch potentieel van de zuidrand. “Tot voor kort waren we op toeristisch vlak een blinde vlek op de kaart”, zegt hij. “Maar door de voorafgaande initiatieven merken we dat onze streekproducten beginnen te leven. Mensen uit Antwerpen en Mechelen beginnen geleidelijk onze groene gemeenten en hun hoven van plaisantie ( in de middeleeuwen de buitenverblijven van de gegoede burgers, red.) te ontdekken. Hopelijk helpt deze samenwerking om onze troeven in de toekomst nog beter uit te spelen.”
10/01/2017 _ Nieuwsblad - Koen De Beuckeleer